Warmtekrachtkoppeling in eigen beheer
Wanneer je als tuinder overweegt te investeren in een warmtekrachtkoppeling is het belangrijk alle kosten en baten in rekening te brengen. Op deze pagina willen we alvast een niet-limitatief overzicht geven waar je best rekening mee houdt.
Normale energiebehoefte
Eerst en vooral is het belangrijk te bepalen wat je uitgangspositie is en dus je huidige energiekost per m² te berekenen. Deze huidige energiekost is gebaseerd op de warmtevraag (afhankelijk van de teelt, deze kan bepaald worden met het rekenblad 'energiekengetallen') en hoe deze nu ingevuld wordt (brandstof en rendement installatie), maar houdt ook rekening met CO2-dosering en de elektriciteitsvraag. Bij toepassing van WKK kan namelijk niet enkel de warmtevraag ingevuld worden, maar kan ook de elektriciteitsbehoefte (deels) met eigen productie voldaan worden. Voor de meeste groentebedrijven zal het elektroverbruik tussen 7,5 en 10 kWh/m²/jaar liggen. Bij zuivering van de rookgassen kunnen deze ook als CO2-bemesting gebruikt worden en dient er geen of minder zuivere CO2 aangekocht te worden of met een andere brandstof geproduceerd te worden. Om de prijs van CO2 uit rookgassen te berekenen kunnen we doorverwijzen naar het Rekenblad-CO2.
WKK-installatie
Wanneer de huidige energiekost bepaald is, kan je alle kosten en baten van de WKK-installatie in kaart brengen. Hier start je met het bepalen van het type of de grootte van de installatie (thermisch en elektrisch rendement). De juiste dimensionering van de WKK op thermisch vlak dient samen met de buffergrootte te gebeuren. Zo stellen we vast dat een WKK van 1,2 MWe met een buffer van 500 m³ meer dan 95% van de dagelijkse warmtebehoefte op 2ha tomaat met 5800 draaiuren kan invullen. Het aantal draaiuren bepaalt in sterke mate de rendabiliteit van de installatie. Een oordeelkundige bepaling ervan is dus noodzakelijk. Best gebeurt dit op basis van een verbruiksprofiel per week of per dag van het betreffende bedrijf. Vanuit Kenniscentrum Energie kunnen we je hierin bijstaan.
Het gekozen vermogen en het aantal draaiuren zal bepalen of de volledige warmtevraag kan ingevuld worden met de WKK-installatie of dat er nog op een andere manier warmte moet voorzien worden.
De keuze van de motor bepaalt de uiteindelijke investeringskost die bestaat uit de kost voor de motor met randapparatuur, buffertank, aansluitingskosten, aanpassingskosten, …
Investering
Een aantal onderdelen van de WKK-installatie komen in aanmerking voor VLIF-investeringssteun. De motor zelf is uitgesloten van VLIF-steun, maar de randapparatuur zoals rookgasreiniger, rookgaskoeler, rookgascondensor, buffertank… komen in aanmerking voor 30% steun (percentage van toepassing in november 2021, dit percentage is onderhevig aan wijzigingen). Mits voldoen aan de voorwaarden kan de investering in een warmtekrachtkoppeling ook in aanmerking komen voor (verhoogde) investeringsaftrek (meer info: Investeringsaftrek | Agentschap Innoveren en Ondernemen (vlaio.be))
Jaarkosten
Naast afschrijving en rente is brandstofverbruik één van de belangrijkste kostenposten. Het onderhoudscontract is een prijs per draaiuur en er dient ook rekening gehouden te worden met een kost voor ureum (rookgasreiniging).
Baten
Aangezien de WKK-installatie niet enkel warmte produceert, maar ook elektriciteit heb je een (deels) vermeden elektriciteitskost op het bedrijf en vaak kan er nog een groot gedeelte elektriciteit verkocht worden. Wanneer de rookgassen gezuiverd worden en in de serre gebracht worden voor CO2-bemesting, kan je ook de kost voor zuivere CO2 uitsparen.
De WKK-installatie heeft (indien ze voldoet aan de voorwaarden, zie WKCertificaten) ook recht op 10 jaar certificaten. De verkoop van deze certificaten kan je eveneens meenemen bij de baten van de installatie.
Energiekost
Door het samenbrengen van baten en uitgaven (kosten) kan je de nieuwe te verwachten energiekost berekenen en deze vergelijken met de huidige energiekost. Wanneer je de afschijving buiten beschouwing laat kan de terugverdientermijn bepaald worden.
Normale energiebehoefte
Eerst en vooral is het belangrijk te bepalen wat je uitgangspositie is en dus je huidige energiekost per m² te berekenen. Deze huidige energiekost is gebaseerd op de warmtevraag (afhankelijk van de teelt, deze kan bepaald worden met het rekenblad 'energiekengetallen') en hoe deze nu ingevuld wordt (brandstof en rendement installatie), maar houdt ook rekening met CO2-dosering en de elektriciteitsvraag. Bij toepassing van WKK kan namelijk niet enkel de warmtevraag ingevuld worden, maar kan ook de elektriciteitsbehoefte (deels) met eigen productie voldaan worden. Voor de meeste groentebedrijven zal het elektroverbruik tussen 7,5 en 10 kWh/m²/jaar liggen. Bij zuivering van de rookgassen kunnen deze ook als CO2-bemesting gebruikt worden en dient er geen of minder zuivere CO2 aangekocht te worden of met een andere brandstof geproduceerd te worden. Om de prijs van CO2 uit rookgassen te berekenen kunnen we doorverwijzen naar het Rekenblad-CO2.
WKK-installatie
Wanneer de huidige energiekost bepaald is, kan je alle kosten en baten van de WKK-installatie in kaart brengen. Hier start je met het bepalen van het type of de grootte van de installatie (thermisch en elektrisch rendement). De juiste dimensionering van de WKK op thermisch vlak dient samen met de buffergrootte te gebeuren. Zo stellen we vast dat een WKK van 1,2 MWe met een buffer van 500 m³ meer dan 95% van de dagelijkse warmtebehoefte op 2ha tomaat met 5800 draaiuren kan invullen. Het aantal draaiuren bepaalt in sterke mate de rendabiliteit van de installatie. Een oordeelkundige bepaling ervan is dus noodzakelijk. Best gebeurt dit op basis van een verbruiksprofiel per week of per dag van het betreffende bedrijf. Vanuit Kenniscentrum Energie kunnen we je hierin bijstaan.
Het gekozen vermogen en het aantal draaiuren zal bepalen of de volledige warmtevraag kan ingevuld worden met de WKK-installatie of dat er nog op een andere manier warmte moet voorzien worden.
De keuze van de motor bepaalt de uiteindelijke investeringskost die bestaat uit de kost voor de motor met randapparatuur, buffertank, aansluitingskosten, aanpassingskosten, …
Investering
Een aantal onderdelen van de WKK-installatie komen in aanmerking voor VLIF-investeringssteun. De motor zelf is uitgesloten van VLIF-steun, maar de randapparatuur zoals rookgasreiniger, rookgaskoeler, rookgascondensor, buffertank… komen in aanmerking voor 30% steun (percentage van toepassing in november 2021, dit percentage is onderhevig aan wijzigingen). Mits voldoen aan de voorwaarden kan de investering in een warmtekrachtkoppeling ook in aanmerking komen voor (verhoogde) investeringsaftrek (meer info: Investeringsaftrek | Agentschap Innoveren en Ondernemen (vlaio.be))
Jaarkosten
Naast afschrijving en rente is brandstofverbruik één van de belangrijkste kostenposten. Het onderhoudscontract is een prijs per draaiuur en er dient ook rekening gehouden te worden met een kost voor ureum (rookgasreiniging).
Baten
Aangezien de WKK-installatie niet enkel warmte produceert, maar ook elektriciteit heb je een (deels) vermeden elektriciteitskost op het bedrijf en vaak kan er nog een groot gedeelte elektriciteit verkocht worden. Wanneer de rookgassen gezuiverd worden en in de serre gebracht worden voor CO2-bemesting, kan je ook de kost voor zuivere CO2 uitsparen.
De WKK-installatie heeft (indien ze voldoet aan de voorwaarden, zie WKCertificaten) ook recht op 10 jaar certificaten. De verkoop van deze certificaten kan je eveneens meenemen bij de baten van de installatie.
Energiekost
Door het samenbrengen van baten en uitgaven (kosten) kan je de nieuwe te verwachten energiekost berekenen en deze vergelijken met de huidige energiekost. Wanneer je de afschijving buiten beschouwing laat kan de terugverdientermijn bepaald worden.